Vanuit ons raamwerk, verzorgen wij dagelijks ons onderwijs.
We onderscheiden daarbij ons pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn.
Hieronder geven we u een beeld van een aantal van onze didactische en pedagogische grondleggers, die met name een inkijkje geven in ons ochtendprogamma:
Bij ons didactisch handelen, maken we gebruik van de volgende grondleggers:
EDI model (expliciete directe instructie)
De instructies van onze basisvakken zijn opgebouwd volgens het EDI- model.
Dit model bestaat uit een aantal vaste lesonderdelen, aangevuld met technieken. Het doel hiervan is om de leerstof succesvol aan te leren aan alle kinderen. Hierdoor is er binnen de jaargroep veel ruimte voor differentiatie en aanbod op maat.
Een EDI-les is als volgt opgebouwd:
- Lesdoel: Dit doel wordt expliciet met de kinderen gedeeld; door voor te lezen of op het bord te schrijven.
- Activeren van voorkennis: De kinderen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les, waarvan ze de benodigde kennis al in huis hebben.
- Onderwijzen van het concept.
- Onderwijzen van de vaardigheid.
- Belang van de les.
- Begeleide inoefening: De kinderennemen het toepassen van de leerstof over. Ondertussen controleert de leerkracht telkens of ze het correct doen en begrijpen.
- Lesafsluiting: De kinderen maken opdrachten of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze het lesdoel beheersen. Daarna gaan ze het pas zelfstandig inoefenen.
- Zelfstandige verwerking.
- Verlengde instructie: De kinderen waarbij bij de lesafsluiting blijkt dat ze het lesdoel nog niet voldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie van de leerkracht.
In het kort komt het hier op neer:
De leerkracht doet het voor
Leerkracht en groep doen het samen
Groep doet het zelf
Kinderen doen het zelf.
Coöperatief leren
Deze vorm van leren verandert weinig aan wat de kinderen leren, maar wel aan hoe ze leren. Er ontstaan veel leersituaties waarin een kind samen met een of meerdere kinderen een leertaak uitvoert met een gemeenschappelijk doel.
Coöperatief leren bestaat uit verschillende werkvormen die een beroep doen op ‘echte’ gezamenlijke verantwoordelijkheid van de kinderen. Kinderen in een groepje zijn samen verantwoordelijk voor hoe en wat ze samen leren. Kinderen ‘liften’ niet mee met een ander, maar volbrengen opdrachten door middel van gelijkwaardige inbreng van elk kind.
Om het coöperatief leren onze kinderen eigen te laten maken, zetten de leerkrachten per periode een aantal vaardigheden en werkvormen centraal. Er is daarbij ruimte voor het aanleren van de vaardigheden, het leren van en met elkaar en het geven van feedback op het proces en de werkvorm.
Vervolgens stimuleren de leerkrachten bij alle vakgebieden het gebruik van deze werkvormen en zetten ze het in bij de EDI lessen. Daarnaast zorgt de inrichting van het lokaal en leerplein dat uitvoering ook daadwerkelijk mogelijk en aantrekkelijk is. In alle groepen zitten de kinderen aan groepstafels/in groepjes, waardoor het één ‘team-zijn’ benadrukt wordt.
Werken met het databord (continu verbeteren)
Jaarlijks worden er in elke groep door de kinderen, onder begeleiding van de leerkracht groepsafspraken gemaakt over hoe ze met elkaar om willen gaan. Uit die groepsafspraken worden vervolgens onze schoolafspraken gekozen.
Regelmatig wordt met de kinderen gekeken of iedereen zich nog aan de afspraken houdt. Dat wordt bijgehouden/gemeten op het databord in de klas. Ze kunnen daar door middel van reflectie, gezamenlijk de groei meten van de wijze waarop een afspraak leeft.
Ook zetten we het databord in voor groepsdoelen en individuele doelen bij de verschillende vakgebieden. Op die manier worden kinderen actief betrokken bij hun ontwikkeling, wat maakt dat ze gemotiveerd zijn om het beste uit zichzelf te halen.
Hoe meer een afspraak leeft en/of het doel wordt behaald, hoe hoger ze als groep scoren op het databord. Een methodiek, die stimulerend werkt. Dit komt met name vanwege de zelfgekozen beloning die ze krijgen bij het behalen van een doel.
Bij ons pedagogisch handelen, maken we gebruik van de volgende grondleggers:
Voor ons pedagogisch handelen maken we gebruik van de methodiek Fides. Fides betekent 'vertrouwen'. Vertrouwen als kind in jezelf. Deze methodiek geeft via praktische en zichtbare manieren inzicht in jezelf en je omgeving. Om dit zichtbaar te maken is de methodiek gebaseerd op het gebruik maken van alledaagse symbolen:
|
|
|
Is een hulpmiddel om onszelf en anderen duidelijk te maken hoe we ons voelen. Het helpt ons om fijne en minder fijne gevoelens te accepteren, om er beter mee om te gaan. Ze zijn er en gaan ook weer voorbij. Het kan ons ook laten zien dat gevoelens, over iets dat niet met ons te maken heeft, te diep binnenkomen. Dat we ervoor kunnen kiezen om het los te laten.
|
|
|
|
We accepteren wie we zijn en hoe we zijn en dat laten we ook zien. We zijn goed zoals we zijn.
|
|
|
|
De ballon staat voor zelfvertrouwen. Aan de staat van de ballon is af te lezen hoe het met de zelfacceptatie (100%) gesteld is. Zelfvertrouwen en zelfacceptatie zijn immers nauw met elkaar verbonden. |
|
|
|
Is een hulpmiddel om onszelf en anderen duidelijk te maken hoe we ons voelen. Het helpt ons om fijne en minder fijne gevoelens te accepteren, om er beter mee om te gaan. Ze zijn er en gaan ook weer voorbij. Het kan ons ook laten zien dat gevoelens, over iets dat niet met ons te maken heeft, te diep binnenkomen. Dat we ervoor kunnen kiezen om het los te laten.
|
|
|
|
We hebben als het ware een onzichtbare rugzak. De hele dag maken we vanalles mee en dat levert, samen met onze gedachten, allerlei gevoelens op. Deze ervaringen en de betekenis die we er aan gegeven hebben, hebben invloed op ons gedrag. Het is daarom belangrijk om met anderen te delen wat er in onze rugzak zit. Dan begrijpen we beter waarom we (of anderen) op bepaalde momenten reageren zoals we reageren. |
|
|
|
Beeldt meeloopgedrag uit en geeft daarmee inzicht in groepsprocessen. Met voldoende moed en zelfvertrouwen (1 ballon) lukt het steeds beter om ons niet mee te laten voeren, maar om ‘eruit te stappen’. |
|
|
|
We zouden een probleem voor kunnen stellen als een gesloten deur. Om die deur te openen, hebben we een passende sleutel nodig. Als we een bos vol sleutels hebben, zit er bijna altijd wel eentje bij die past. We weten echter meestal niet meteen welke dat is. Aan de sleutelbos zit ook een grote sleutel. Met deze sleutel, die staat voor het vertrouwen dat er een oplossing is, gaan we sleutels proberen tot we de meest werkzame gevonden hebben. |
Onze waarderende taal
Vanuit de principes van het PBS (Positive Behavior Support) werken we aan een doelmatige, schoolbrede aanpak die zich richt op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. Het doel is het creëren van een positieve, sociale omgeving, die het leren bevordert, gedragsproblemen voorkomt en waarbij sociale veiligheid een belangrijke rol speelt.
Dit doen we door gebruik te maken van een gezamenlijke waarderende taal. We leggen daarbij de focus op datgene wat goed gaat. Door dit te benadrukken worden kinderen gezien, komen ze tot groei en worden ze gestimuleerd om dit gedrag te versterken.
Het is geen methodiek, maar een aanpak. Dit maakt dat we het de gehele dag door toepassen en ons niet beperken tot één of twee lessen per week. We hoeven daardoor geen situaties te simuleren, maar gaan direct in op wat er in de praktijk leeft.
Groepsvorming
Passend bij onze waarderende taal, hebben wij een actief lesaanbod welke afkomstig is uit ‘de gouden weken’. Een aanpak die zicht richt op de verschillende fases van groepsvorming.
Groepsvorming bestaat uit vijf fasen die een groep gedurende het schooljaar vanuit nature doorloopt. Spelenderwijs worden de rollen, normen en waarden grotendeels bepaald binnen deze fases.
Om de kinderen hierin te begeleiden, het positieve te stimuleren en ze te laten groeien in hun rol, verzorgen we na iedere vakantie een lessencyclus in de vorm van ‘Energizers’. Dit zijn korte spellen, waarbij er telkens een ander samenwerkingsdoel centraal staat.
Veiligheidsbeleid
Ons pedagogisch handelen is daarmee een groot onderdeel van ons veiligheidsplan.
Dit is een gids die handzame informatie en een praktische uitleg bevat van wat wij op school doen om een veilig pedagogisch klimaat te creëren en te behouden voor leerlingen, leerkrachten, ouders/verzorgers, directie en andere betrokkenen die binnen De Groene Parel werkzaamheden uitvoeren in het teken van onderwijs. Het voldoet aan de drie wettelijke aspecten waar een school aan moet voldoen.
Op dit moment is ons veiligheidsplan in ontwikkeling. We hanteren tot die tijd het veiligheidsplan van voorgaand schooljaar (De Molenhoek). Benieuwd naar de inhoud? Deze is ten allen tijden in te zien bij directie.